Op de zaterdagochtend verzamelen alle kinderen zich op het bijna vlakke kinderweitje. De eerste skiles. Onhandig met die lange latten onder die kleine voetjes in die stijve schoenen klunen ze naar boven. Glijden, vallen, klunen, vallen, glijden, vallen, klunen. Vooral veel vallen. En weer opstaan. En die ski’s opnieuw onderklikken. Keer op keer. Pizzapunt. Spaghetti. De hele ochtend door. Je staat er naar te kijken en denkt: gaan ze het ooit leren? Ja zeker, en veel sneller dan je denkt. Op zondagmiddag laten ze zich op de grote loopband naar boven slepen, glijden ze in de Spaghetti van de veel grotere piste naar beneden, terwijl jij alleen maar roept Pizzapunt! Pizzapunt! De handen verplaatsend van de ene naar de andere knie. Je ontdekt bochtjes. Alle andere mensen handig ontwijkend staan ze binnen no time weer beneden. Nog een keer. Had je maar een week geboekt.